Leerling in rouw, hoe ga je daar als leraar mee om?

Het verliezen van een dierbare is altijd moeilijk, maar het verliezen van een dierbare in de pubertijd is extra beladen. In die fase zijn jongeren zich als mens zijnde aan het ontwikkelen en ontplooien tot wie ze willen zijn en worden. Juist dan, in die levensfase is het verliezen van een dierbare zwaar. Zeker wanneer het verlies binnen het gezin van één van uw leerlingen plaats heeft gevonden of wanneer één van uw leerlingen en daarmee dus een klasgenoot van uw overige leerlingen is komen te overlijden, heeft het invloed op school.

Als leraar speel je bewust, onbewust en soms ook onverwachts een rol in het rouwproces van de jongeren die hiermee te maken krijgen. Wij begrijpen het dat het lastig kan zijn om ziekte, verlies en rouw met jongeren bespreekbaar te maken en daarom delen wij onderstaand een aantal tips die kunnen helpen wanneer uw leerling met verlies te maken heeft gekregen.

Hoe help ik een leerling die een dierbare is verloren?

Dit is altijd een lastig punt. Waarom? Jongeren ervaren dezelfde gevoelens en emoties als volwassenen bij het verliezen van een dierbare, echter uitten zij zich vaak wel anders dan volwassenen. Sommige jongeren zijn geneigd om zich af te sluiten voor volwassenen, andere richten zich volledig op een hobby als bijvoorbeeld gamen en weer andere jongeren zetten een masker op en doen alsof er niets aan de hand is.

Zoals ieder mens anders is, is de uiting bij verdriet bij jongeren ook bij iedere jongere anders. Het is dus altijd even aftasten hoe uw leerling op het verlies reageert. Is hij of zij verandert? Is hij of zij benaderbaar? Kijk, observeer en handel naar eigen inzicht.

Het moment waarop u te horen krijgt dat er zich binnen het gezin van uw leerling een verlies heeft plaatsgevonden is het uw taak om een veilige en vertrouwde omgeving op school te bieden. Onderstaand daarom wat tips hoe u dit kunt doen.

  • Overleg met de ouder of voogd van de leerling of ze willen dat u het verlies op voorhand in de klas bespreekt. Indien gewenst informeert u de klasgenoten van de jongere dan over hetgeen wat er bij hun klasgenoot is gebeurd en wat de gevolgen daarvan zijn. Vraag ook wat verder hun wensen zijn.
  • Vraag de leerling wat hij of zij bij terugkeer in de klas zou willen. Wil hij of zij één op één met u praten? Wil hij of zij de ervaring met de klas delen? Zo ja, maak dan tijd om het onderwerp tijdens uw les met elkaar te bespreken.
  • Wees attent. Stuur een (condoleance) kaart naar uw leerling. Daarmee toont u dat u aan de leerling denkt en laat u blijken dat u het heel naar voor hem of haar vindt.
  • Wees geïnteresseerd in uw leerling. Laat blijken dat u aan hem/haar denkt. Ook na X maanden. Laat dit met kleine gebaren blijken. Alleen een knipoog kan al veel zeggen.
  • Vraag zo nu en dan hoe het met hem of haar gaat, maar laat het open. Dus zeg bijvoorbeeld “Hoe gaat het nu met je? Of heb je het er liever niet over?” Zo kan hij of zij zelf de grens stellen en wel al dan niet het onderwerp met u bespreken. Doe dit overigens nooit met andere leerlingen erbij maar zorg voor een veilige en vertrouwde één op één omgeving.
  • Er zijn maar weinig jongeren die uit zichzelf aangeven behoefte te hebben aan een goed gesprek, luisterend oor, informatie of afleiding. Als ze dat doen voelen ze zich vertrouwd en op hun gemak bij u. Luister naar ze, biedt ze de ruimte en gelegenheid om hun emoties, gevoelens en gedachten te delen. Oordeel niet maar luister.
  • Laat blijken dat het heel normaal is dat hij of zij verdrietig is, dat dit heel normaal is. Een veilige vertrouwde warme haven bieden is datgene waar ze op dat moment behoefte aan hebben.
  • Wees begripvol. Uw leerling kan anders op dingen reageren dan u gewend bent. Ook kunnen de resultaten van de leerling veranderen. Houdt uw leerling in de gaten en ga met uw leerling in gesprek indien u grote veranderingen constateert.
  • Houdt de signalen van uw leerling in de gaten. Ga ervan uit dat jongeren bezig zijn met het verlies, ook wanneer ze dat niet laten merken. Ga in op signalen of begin er zelf over. Vraag regelmatig hoe het gaat ook al lijkt er geen aanleiding voor te zijn. Wat u op dat moment zegt is in niet belangrijk. Hoe u het zegt en wat u doet wel. Wees rustig, begripvol en liefdevol.
  • Blijf altijd open en eerlijk tegen uw leerling. Jongeren hechten na het verliezen van een dierbare des te meer waarde aan vertrouwen.
  • Besteed ook na een aantal maanden en na een jaar aandacht aan het overlijden. Biedt extra aandacht en interesse rondom verjaardagen, feestdagen en bij speciale activiteiten als een muziekuitvoering of (eind) examen. Alle activiteiten waarin het gemis van een dierbare voor u van belang is, kunt u er van uitgaan dat dit ook voor een jongere geldt. Door op die momenten te laten weten dat u er voor hem of haar bent, aan hem of haar denkt en of laat weten trots te zijn, kan fijn zijn.
  • Ga geen dingen zeggen als: “ik weet wat je voelt” als je dat niet weet. Je schoonzus verliezen is niet hetzelfde als je vader of moeder wanneer je 14 bent.
  • Toon begrip. Voor de situatie en eventueel verandert gedrag. Schrik niet wanneer hij of zij anders en/of heftiger op dingen reageren dan voorheen. Veroordeel dit gedrag niet maar toon begrip en maak uiterste hierin bespreekbaar.

Bron: “Carpe Diem Juist nu!” Yvette den Hartog