Op 34-jarige leeftijd leefde Sandra een gelukkig leven: een liefdevol gezin met haar man Remko en zoon Guus als stralend middelpunt. Maar in een onvoorstelbaar tragisch moment op de opvang, werd deze droom ruw verstoord. De plotselinge dood van haar zoon Guus bracht een schaduw over het leven dat ze kende en liefhad. Nu, 16 jaar later, deelt ze haar ervaring, in de hoop dat haar verhaal anderen in een soortgelijke situatie kan troosten.

 

Puur geluk

Vanaf het moment dat Sandra en Remko wisten dat ze ouders zouden worden, voelden ze een grote vreugde. “We hadden lang op ons kindje gewacht, dus ons geluk kon niet op toen Guus geboren werd.´´ Sandra glimlacht terwijl ze terugdenkt aan de dagen thuis met Guus. “Hij was echt een modelbaby. Goed eten, goed slapen, en altijd die stralende lach op zijn gezichtje. Het was puur geluk om hem te zien groeien en lachen.´´ Sandra genoot van haar zwangerschapsverlof en besloot haar verlofperiode te verlengen met extra ouderschapsverlof. Zo heeft ze meer tijd om met en bij Guus te zijn.

 

Leren loslaten

Op een bepaald moment moest ze toch echt weer aan het werk. “Het viel me zwaar, niet vanwege het werk zelf, maar omdat Guus en ik zoveel speciale momenten hadden gedeeld. Het was echt wennen en moeilijk om hem los te laten.´´ Sandra en haar man kiezen ervoor om Guus naar een fijne kinderopvang in de buurt te brengen. “Het leek ons leuk en goed voor Guus om ook samen te kunnen zijn met andere kinderen,” vertelt ze. Maar het positieve gevoel is van korte duur… “De ochtendroutine leek normaal. Guus was opgewekt, Remko en ik gingen naar ons werk en Guus ging naar de opvang.´´ Sandra herinnert zich nog levendig hoe ze Guus op zijn buikje kietelde bij het weggaan. “Beste baby beentje voorzetten hè Guusje´´, zei ik nog tegen hem, niet wetende dat dit het laatste zou zijn dat ik ooit nog tegen hem zou zeggen.´´

Vreemd gevoel

Eenmaal op haar werk maakt ze zich ineens zorgen om Guus. Ze begrijpt niet goed waarom, maar het gevoel is dusdanig vreemd dat ze naar de opvang belt. Ze wordt gerustgesteld. “Alles gaat goed met Guus, geen zorgen,´´ zeggen ze tegen Sandra. Ze probeert haar werk te herpakken, maar gek genoeg behoud ze een onbestemd gevoel. “Ik bleef me raar en afwezig voelen en kon me niet focussen. Ik stelde mezelf gerust met de gedachte dat ik gewoon moest wennen aan het herpakken van mijn werk en probeerde het van me af te zetten.´´ Maar dan gaat de telefoon en blijkt haar gevoel niet onterecht. “Het is Remko. De opvang had hem verteld dat er iets met Guus zou zijn. “Wat er precies aan de hand was, wist hij niet, maar wel dat we meteen moesten komen. Ik voelde aan alles dat het helemaal mis was.´´ Remko haastte zich naar Sandra en samen reden ze met gierende banden naar de opvang.

Helemaal mis

Eenmaal aangekomen bij het kinderdagverblijf stonden er twee ambulances en veel mensen. “In een soort roes liepen we langs hen heen en hoorde ik mensen zeggen “dat zijn de ouders.´´ Sandra negeert de uitspraken en loopt naar binnen. De scène in de slaapkamer van het kinderdagverblijf staat in haar geheugen gegrift. “We liepen naar binnen, direct door naar het slaapkamertje waar Guus die ochtend lag. Daar was een ambulance broeder bezig om Guus aan allerlei apparatuur te leggen en op een brancard te tillen. Hij was zo klein…In paniek vroeg ik: ‘Het komt toch wel goed hé?’ De broeder keek me aan en schudde zijn hoofd; ‘Het ziet er niet goed uit mevrouw.´´ Guus wordt naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis gebracht en ze mogen met de ambulance mee. “In de ambulance hielden we vast aan de hoop dat alles goed zou komen met onze kleine Guus.´´

Maar in het ziekenhuis wordt hun ergste nachtmerrie al snel werkelijkheid. “Guus moest worden gereanimeerd”. Ondanks de inspanningen van het medisch personeel, konden ze Guus niet redden. Guus overleed ter plekke. “Wiegedood was de uitleg,” verklaart Sandra. “Zomaar ineens was onze lieve Guus vanuit het niets overleden.” Ze zucht bij de gedachte. “Ik kan nog steeds niet geloven wat er is gebeurd. Soms voelt het alsof het gisteren was. Dat stralende lachje, die vrolijke momenten, ze zijn onvervangbaar.”

Onwerkelijke periode

Na het plotse verlies van Guus, doorleeft Sandra de dagen in een roes. Het organiseren van de uitvaart, een ervaring die geen ouder wil meemaken, was voor Sandra dan ook een surrealistische ervaring. “Het was chaos, zowel in mij als om mij heen. Ik kon niet bevatten dat mijn leven, in één keer, zo ongelooflijk veranderd was. Van die warme, knusse tijd in ons coconnetje thuis was ineens niets meer over.” Haar huis was gevuld met mensen die ze nooit had willen ontmoeten. “Er was een uitvaartleider, politieagent, pastoor, iemand van slachtofferhulp Nederland en zo nog wat mensen. Wat deden al die mensen toch in mijn huis?” Ze hunkerde naar momenten dat ze alleen kon zijn met Guus, boven op zijn kamertje.

Van alle drukte tijdens het regelen van de uitvaart, zo stil werd het in de periode daarna. “Ineens sta je daar als ouders met lege handen in een huis gevuld met babyspulletjes. “De lege box in de woonkamer, zijn melk in het keukenkastje, zijn slabbetje nog over de leuning van de bank en de wandelwagen in de gang. Alles deed ons aan Guus denken.” Ze voelden zich nog steeds papa en mama, maar hadden geen kindje meer om hun ouderlijke gevoelens mee te delen. Dat was intens voor de ouders. Sandra en haar man hebben ruimte van hun werkgever gekregen en zijn samen thuis. Sandra vertelt over haar poging om de dagen door te komen; “Remko en ik gingen veel wandelen. Op die manier probeerde we de onrust eruit te lopen., al schoten er duizenden vragen door ons hoofd. Toch hielp het, een beetje. Thuis keken we veel Netflix-series om het malen in ons hoofd even af te leiden. Dat hielp ons, even tot de serie voorbij was.”

Acceptatie

‘’Na het overlijden van Guus had ik tijd nodig. Tijd voor mezelf en voor mijn rouw. Remko werd gek van het thuis zitten en besloot na een paar weken weer aan het werk te gaan. Bij mij lag dat anders. Werk of überhaupt het ‘normale’ leven stonden ver van me vandaan.” Omdat Guus op de kinderopvang was overleden, was er een onderzoek ingesteld naar zijn doodsoorzaak. “Uit het onderzoek kwam dat het kinderdagverblijf heel goed voor Guus had gezorgd, dus daar lag het niet aan. Ook uit de uitgebreide autopsie in het ziekenhuis kwamen geen antwoorden. De kinderarts zei letterlijk; ‘Jullie hebben een kerngezonde zoon’. Waarom dan toch, vroeg ik mezelf af?” Die onduidelijkheid houdt Sandra voor langere tijd bezig. Het vinden van een vorm van acceptatie komt dan ook pas later. Op een onverwachte plaats ervaart ze rust.

In haar tijd thuis, bezoekt Sandra dagelijks het graf van haar zoon. “Het gaf me een goed gevoel om bij hem te zijn. Gewoon om er te zijn, te zitten en te denken.” Ze blijft zich afvragen wat en waarom het allemaal is gebeurd. Op de begraafplaats raakt ze in gesprek met ouders die ook een kindje zijn verloren. “Van hen leerde ik dat er eigenlijk nooit een antwoord is. En ook dat geen enkel antwoord het gemis van je kind rechtvaardigt. Die gedachte gaf mij ergens rust.” Doordat Sandra zo graag op de begraafplaats komt, maar ze er best ver vandaan wonen, besluiten ze om te verhuizen. “Thuis had ik steeds onrust. Ik voelde een te grote afstand tot Guus en wilde bij hem zijn.” Ze verhuizen naar een huis vlakbij de begraafplaats. “In het nieuwe huis voelde ik me dicht bij Guus. Dat gaf rust. Ik hoefde  niet steeds meer naar de begraafplaats toe. Waardoor er langzaamaan weer wat ruimte kwam om mijn leven op te pakken.”

Rouw en relaties

De impact van het verlies van Guus is diep en verstrekkend voor Sandra. Naast het intense verdriet en de rouw, wordt ze geconfronteerd met reacties van de buitenwereld, de dynamiek van relaties, en haar eigen proces van innerlijke groei en zelfontdekking. “Er waren veel lieve vrienden en familie om ons heen, die wilden helpen, maar vaak niet wisten hoe. Dat wist ik zelf ook niet,” herinnert Sandra zich. Ze voelde zich gevangen in een constante herhaling van haar verdriet, wat uitputtend was: “Ik werd vaak heel moe van steeds hetzelfde verhaal vertellen.” Er waren mensen die haar proberen te helpen, maar het pad van rouw is individueel en complex. Sandra beschrijft hoe ze zich vaak terugtrok in haar eigen wereld, omringd door een kleine kring van naasten. “De buitenwereld kan soms oordelend en onbegripvol zijn, wat het rouwproces extra uitdagend maakt. Ik had daarom eigenlijk alleen nog maar contact met directe familie en een paar goede vrienden.” Sommige van haar naasten vonden dat lastig “Een aantal mensen zijn we erdoor kwijtgeraakt.” Ze voegt eraan toe; “Ik zag dit als een bijkomend verlies.”

Tijdens haar rouwperiode ontdekt ze ook de invloed van het verlies binnen haar huwelijk. Sandra en haar man rouwen anders, en hoewel ze elkaar steunen, benadrukt hun ervaring dat rouw uniek is voor elk individu. “We konden goed over het verlies praten en samen rouwen, toch was onze manier van rouwen erg verschillend.” Verklaart Sandra. Terwijl haar man zich langzaam weer openstelde voor de wereld, duurde het langer voor Sandra.” Ondanks dat hun behoeften verschilde, respecteerden ze elkaars rouwproces: “We konden elkaar gelukkig vrijlaten.” Wanneer Sandra op een dag met een vriendin gaat winkelen en nieuwe kleren voor zichzelf koopt, en het verdriet van een vriendin toe kan laten, voelt ze; “Ik sta weer open voor de buitenwereld.”

Later leert Sandra over veerkrachtig rouwen. “Dat is dat je zowel de kant van het verlies, als de kant van het herstel nodig hebt om te kunnen (voort)bewegen in rouw. Vaak hebben we een persoonlijke voorkeur voor één van beide kanten. Het was duidelijk dat ik lang op de kant van het verlies verkeerde, terwijl mijn man juist een voorkeur voor herstel had. Dat was soms lastig, maar aan de ander kant ook soms fijn. Zo konden we elkaar helpen, af en toe eens op de andere kant te staan. Interessant genoeg veranderde hun dynamiek in de loop van de tijd: “Het bijzondere was dat een aantal jaren later de situatie precies omgekeerd werd. We waren met Sam, onze tweede zoon geboren na Guus, naar de Efteling. Ik genoot volop, van onze dag samen en onze vrolijke Sam, maar Remko zag alleen maar gezinnen met twee jongens om zich heen. Hij kon niet genieten en zat helemaal op de kant van verlies.” Deze nieuwe fase van rouw gaf het stel meer begrip voor elkaar. “We zijn heel verschillend, maar kunnen ook zomaar in elkaars voetsporen staan,” concludeerde Sandra.

Psychologie en spiritualiteit na verlies

Kort na het overlijden van Guus, komen Sandra en Remko bij een ervaren psycholoog, gespecialiseerd in rouw terecht. Een man met jarenlange ervaring in het begeleiden van ouders van overleden en chronisch zieke kinderen. Hier vindt Sandra structuur, begrip en rust. “Hier hebben we beiden veel aan gehad. De gesprekken daar waren als een soort ankerplaats. Iets waar we naar toe leefden en aan vast konden houden. Ook al kon hij feitelijk weinig doen. “De psycholoog hielp ons met het ‘normaliseren’ van onze rouwreacties. ‘Nee, we werden niet gek!’ Onze reacties waren heel normale reacties op abnormale omstandigheden.”

Tegelijkertijd leidt een onverwachte ontmoeting met een magnetiseur haar naar een pad van innerlijke reflectie en heling. Terwijl de psycholoog het stel hielp met begrip en grip op hun gedachten en emoties, hielp de magnetiseur Sandra om weer te ‘gronden’ en haar eigen lichaam en intuïtie opnieuw te vertrouwen. “Ook leerde ik over de voortdurende band met Guus, die altijd blijft bestaan. ‘Niet loslaten, maar anders leren vasthouden.´´ De combinatie tussen het structureren en praten over haar gedachten met haar psycholoog enerzijds en de holistische benadering van genezing anderzijds blijkt de juiste formule voor herstel voor Sandra.  Ze spreekt over een “Sandra 2.0”, een vernieuwde versie van zichzelf. Haar reis door het landschap van rouw, zoals ze het zelf omschrijft heeft haar niet alleen veranderd, maar ook de basis gelegd voor haar huidige werk, waarin ze anderen helpt met hun eigen pad van genezing en zelfontdekking. Sandra volgde meerdere opleidingen en is nu werkzaam als rouw- & verliesbegeleider, waarin ze vanuit haar energetische en therapeutische achtergrond werkt.

De voortdurende band met Guus

Voor Sandra is haar rouw altijd in beweging; “De voortdurende band met Guus, ontwikkelt mee met ons leven. Verlies en rouw zijn in mijn beleving niet statisch of vast. Het groeit en ontwikkelt mee met je leven, met je levensfases. Zoals een levend kindje opgroeit en verandert, zo verandert ook de verbinding met een overleden kindje. Mijn man vraagt zich vaak af hoe Guus nu geweest zou zijn, als puber. Dat heb ik minder, voor mij blijft Guus, als ziel, meer hetzelfde. “

Twee en een half jaar na het overlijden van Guus, mochten Sandra en haar man Remko opnieuw ouders worden. Ditmaal van zoon Sam. En met de komst van Sam is Guus nooit vergeten en zal die ook nooit vergeten worden. Als gezin vieren ze elk jaar de geboortedag van Guus, door samen iets leuks te gaan doen. “Ik zeg bewust vieren, want ik had Guus nooit willen missen in mijn leven.” Verklaart Sandra. “’s Avonds, op zijn geboortetijdstip, drinken mijn man ik champagne op Guus. De kurken bewaar ik en schrijf ik zijn leeftijd op, inmiddels alweer 16 jaar…” Een traditie die ze dierbaar houdt, net zoals de foto van Guus die in hun huis staat: “Hij kijkt lachend op ons neer, terwijl wij ons door dit leven bewegen. Hij hoort er gewoon bij, voor altijd.” “Ik zeg bewust ‘door het leven bewegen’.” Benadrukt Sandra. “Want zo voelt het ook. Soms voelt het verlies rustig, meestal als mijn leven zich in een wat rustiger vaarwater bevindt. Andere momenten komt het verlies terug, steeds weer op een andere manier.” Ze benoemt de momenten waarop ze het gemis van Guus weer even extra voelt; “Momenten als toen Sam naar de basisschool ging, of naar de middelbare. Maar ook nu mijn vader onlangs is overleden, is het verliesgevoel van Guus weer goed voelbaar.” Ze voegt eraan toe; “Verlies (of verandering) in het hier-en-nu, raakt altijd aan het verlies in het toen-en-daar. Dat klinkt misschien zwaar, maar zo bedoel ik dat niet. In het verlies zitten immers ook alle mooie herinneringen en liefde voor Guus. Het zijn twee kanten van dezelfde medaille.”

Boodschap van moed en heling

Wij vroegen Sandra of ze jou als lezer een boodschap kon meegeven. Dit is haar boodschap:

“Als je door een verlies gaat, onthoud dan dit: Heb geduld met jezelf! Het terugvinden van jezelf, na en met het verlies, is soms echt een hele klus. Ooit moet je ver terug, soms naar vóór het verlies, om te kijken naar patronen of gedragingen die je al een leven lang op een bepaalde manier doet. Wat is nog steeds passend en helpend voor je en wat niet? De metafoor van de ontdekkingstocht door het Land van Rouw, heeft me daarin altijd aangesproken. Soms gaat de tocht over woest of ruig terrein, soms kom je in de schaduwen van het verleden, maar soms ook schijnt de zon en vind je kostbare herinneringen en bijzondere nieuwe schatten. Het delen van mijn verhaal, bij Condole, is hier een voorbeeld van. Vroeger was ik het meest verlegen meisje van de klas. Onzeker en vaak bezig met wat andere mensen vonden. Niet dat ik dat nu helemaal kwijt ben hoor. Ook nu vind ik het spannend om mijn verhaal te delen. Het is een kwetsbaar stukje. Maar als mijn verhaal slechts één persoon in rouw zou helpen of troosten, dan is dat voor mij nu belangrijker dan mijn spanning om mijn verhaal met jou te delen. Dat is een klein beetje moed, dat ik in mezelf heb ontdekt in mijn tocht door het Land van (mijn) Rouw.”

Sandra’s verhaal is een aangrijpende reis van verlies en heling, maar ook van veerkracht en de wens om anderen te helpen. Ze heeft haar eigen rouwproces omgezet in een kracht om gelijkgestemden troost en erkenning te bieden. Ze is haar eigen praktijk “Vergeet Je Niet” gestart en is er voor jou om je te helpen om net als haar de blijvende band tot je overleden dierbare te blijven ervaren.

Meer weten over Sandra? Kijk dan hier